Werd 13 maart 1761, 13 jaar oud, te Leiden als student ingeschreven. Gedurende zijn studietijd droeg hij als „Philo. stud.” 18 november 1767 tot het Album Amicorum van de latere
| 317 |
Leidse hoogleraar H.A. Schultens (1749-1793) het vers bij: „Nil ergo praetulerim jucundo sanus amico” (BPL 1592 f 83); in het Na 4 mei 1772 onder de classis Leiden als proponent te zijn toegelaten, werd hij in mei 1773 beroepen als predikant te Bemmel, waar hij 7 november 1773 zijn intrede deed, en 16 mei 1777 te Den Bosch. Zijn sollicitatie naar de leerstoel van de theologie, die door het overlijden van J.C. Pallier (1729-1780) was opengevallen, werd 8 maart 1780 met succes bekroond. Naast hem werd Abr. Carp (1746-1838) 5 april 1780 op een tweede leerstoel voor de theologie benoemd, en toen deze in 1781 naar Dordrecht was vertrokken, kreeg Frantzen P. Haak Forsborgh (overleden na 1815) als naaste ambtgenoot. Reeds in oktober 1783 nam hij een beroep aan a;s predikant te Groningen en 28 december van dat jaar deed hij daar zijn intrede.
Te Leiden had Frantzen vooral de invloed ondergaan van de hoogleraar in de theologie Ew. Hollebeek (1719-1796), aan wie de verdienste wordt toegekend van de door zijn De optimo concionum genere quibus ea divinas literas e suggestu sacro exponendi methodus, quae vulgo Anglicana dicitur, modeste defenditur (Lugd. Bat. 1786), waarin hij de synthetische methode als de beste wijze van preken aanprees, de weg te hebben gebaand tot de verbetering van de preekmethode in de Hervormde Kerk. Op het voorbeeld van zijn leermeester preekte Frantzen op zulk een ongedwongen manier, dat alles, wat de Schrifttekst aan dogmatische of ethische waarheid bevatte, zo eenvoudig mogelijk en aangepast aan het bevattingsvermogen van de toehoorders werd uiteengezet en op het hart werd toegepast. Deze wijze van preken vond ook onder de studenten in de theologie te Groningen tijdens Frantzens kortstondige ambtsvervulling aldaar veel navolging.
Frantzen was gehuwd met Lucretia Wilhelmina van der Swaag. Kinderen uit dit huwelijk zijn waarschijnlijk: Johan
| 318 |
Willem, gehuwd met Maria Du Paijan, en Jan Engelbert, kapitein der mariniers, gehuwd te 's-Hertogenbosch 19 juni 1787 met Johanna Maria Hopman. Van het echtpaar Frantzen-Du Paijan werden in de St. Janskerk gedoopt: Adriana 10 januari 1781 en Henderica Catrina 29 oktober 1789, van het echtpaar Frantzen-Hopman: Arend Hermen 16 september 1787 (sic!), Johanna Maria 9 november 1788, Jan Engelbert 19 mei 1790 en Jan Reinier 12 juli 1797. | 319 |
1949 |
Van AlphenJohannes FrantzenGekomen van Bemmel 5 oktober 1777, vertrokken naar Groningen 28 december 1783 Van Alphen's Nieuw Kerkelijk Handboek (1949) 265 |
|
1969 |
F.L.R. SassenJohannes FrantzenLeiden 1748 - Groningen 19 oktober 1785 Levensberichten van de hoogleraren der Illustre School te 's-Hertogenbosch 1636-1810 (1969) 317 |
M. de Haas, Bossche scholen van 1629 tot 1795 (1926) 159, 160, 266
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 224
Kees van den Oord, Scolae de Buscho 1274-1999 (1999) II.103
F.L.R. Sassen, 'Levensberichten van de hoogleraren der Illustre School te 's-Hertogenbosch' in: Varia Historica Brabantica III (1969) 308, 314, 317-321